buizenpost
Toen ik het afgelopen week een tijdje zonder internet moest stellen vroeg ik me af hoe ik dat vroeger deed. Werken. Niet mailen, niets opzoeken, niets uploaden, niets downloaden. Vroeger werkte ik om te beginnen niet vanuit huis, maar zat ik met 200 collega's over gezellige kantoortuinen verdeeld in een ruim kantoorpand. Wanneer ik iemand iets moest vragen ging ik er naar toe of ik pakte de telefoon. Als diegene er niet was liet ik een geschreven notitie achter. Ik had geen eigen typemachine, de afdelingssecretaresse werkte mijn stukken uit, interne post verstuurde ik via buizenpost - op balorige vrijdagen gingen soms zelfs saucijzenbroodjes op dit transport! Externe post moest via de postkamer en werd de volgende dag door de PTT bezorgd. Spoed bestond niet of nauwelijks, mocht het urgent zijn dan bracht de telex uitkomst.
Een stapeltje vakbladen werd wekelijks op mijn bureau gelegd en dagelijks vond ik de knipselkrant in mijn postvakje. Voor het geval ik iets op moest zoeken stonden een complete bedrijfsbibliotheek en meters papierarchief tot mijn beschikking. Ik begon om half negen en ging rond vijf uur weer lekker naar huis.
Eigenlijk was het toen heerlijk overzichtelijk en had ik minder stress. Toch moest ik ook toen deadlines halen. En dat lukte.
Ik vraag me dan ook af waarom ik enigszins in paniek raakte toen internet eruit lag. Er was toch eigenlijk helemaal niets aan de hand? Gewoon de telefoon pakken, bij iemand langs gaan en postzegels kopen.